Kunstkamers in het kwadraat

RKD STUDIES

1.6 Aard van de voorbeelden


Zoals Van Suchtelen al aangaf baseerde Van Haecht zich voor zijn kunstkamers ‘vermoedelijk voor een substantieel deel op werken uit de verzameling van Van der Geest, aangevuld met belangrijke voorstellingen die Van Haecht elders – in Antwerpen, Frankrijk of Italië – of wellicht in de vorm van kopieën of prenten had leren kennen’.1 Schilderijen uit de collectie van Van der Geest stonden Van Haecht bij zijn kopieerwerkzaamheden natuurlijk steeds ter beschikking. Hierboven bleek al dat de voorbeelden enigszins aangepast konden worden als de kunstenaar dit nodig achtte,2 stijl en kleur werden echter veelal overeenkomstig het origineel uitgevoerd. Alleen een onomstreden herkomst biedt zekerheid over het feit dat Van der Geest de daadwerkelijke eigenaar was, maar helaas bestaat er geen inventaris van de collectie.3 Over Pieter Aertsens Pannenkoekenbakkerij heerst echter weinig twijfel aangezien de Antwerpse verzamelaar Peeter Stevens in zijn exemplaar van Van Manders Schilder-Boeck heeft genoteerd dat het stuk zich bij Van der Geest bevond.4 Ondanks enkele hierboven al besproken vrijheden aan de linker- en rechterzijde van de versie op de Antwerpse kunstkamer komt de weergave zeer nauwkeurig overeen met Aertsens paneel, ook in het kleurgebruik. Wel dient rekening gehouden te worden met het feit dat oorspronkelijk identieke kleuren inmiddels anders ogen ten gevolge van verschillen in de gebruikte pigmenten en bijbehorende verouderingsprocessen.

Het is echter de vraag hoe het kopiëren functioneerde bij de schilderijen die niet ter plekke voorhanden waren. Van Haecht baseerde zich namelijk voor enkele voorstellingen op fresco’s die hij tijdens zijn verblijf in Italië (1619-1626) zal hebben bestudeerd en waarvan de originelen zich zeker niet bij Van der Geest bevonden. Het betreft Annibale Carracci’s Polyphemus en Acis en Perseus bevrijdt Andromeda in Palazzo Farnese te Rome, die beide in de achterste ruimte van de kunstkamer te Den Haag zijn afgebeeld (afb. 1-4).5 Het tweede werk zien we eveneens in de achtergrond van de Kunstkamer met Anthony van Dycks ‘Mystieke huwelijk van de heilige Catharina’ (afb. 5). Vergelijking met de fresco’s maakt duidelijk dat hier van nauwkeurige weergave geen sprake is. Zowel in de compositie als in de kleur van enkele draperieën bestaan grote verschillen. Behalve met de fysieke afwezigheid van het origineel kan dit samenhangen met het feit dat de kleine afbeeldingen in de achterste ruimte veel schetsmatiger zijn. Een ander voorbeeld, dat recent werd herkend als een vrije kopie naar De zondvloed van Rafaël in het Vaticaan, bevindt zich op de kunstkamer in het Mauritshuis wél in de hoofdruimte, zij het op een enigszins onbeduidende plek, naast de rechterzuil (afb. 6, 7).6 Nadere vergelijking met het fresco brengt opnieuw nogal wat afwijkingen aan het licht. Niet alleen in de compositie, die vooral links verschilt, maar ook in de figuren – Van Haecht verving de bebaarde man rechts bijvoorbeeld door een vrouwenfiguur – en in de kleuren van de (opwaaiende) doeken, links rood in plaats van oranje en rechts blauw en wit in plaats van roze. Hieruit zou kunnen worden opgemaakt dat de schilder van dergelijke werken geen precieze kopieën had vervaardigd en deze voorstellingen op basis van vluchtige tekeningen of schetsen op de kunstkamers aanbracht.

#

afb. 1
Annibale Carracci,
Polyphemus en Acis, Rome,
Palazzo Farnese

#

afb. 2
Kunstkamer Mauritshuis,
detail Polyphemus en Acis


#

afb. 3
Annibale Carracci,
Perseus bevrijdt Andromeda, Rome,
Palazzo Farnese

#

afb. 5
Kunstkamer Bute Collection,
detail Perseus bevrijdt Andromeda

#

afb. 4
Kunstkamer Mauritshuis,
detail Perseus bevrijdt Andromeda


#

afb. 6
Rafaël,
De zondvloed,
Rome, Musei Vaticani

#

afb. 7
Kunstkamer Mauritshuis,
detail De zondvloed


Verder weten we dat ook de originelen van een aantal werken op paneel of doek die Van Haecht op zijn kunstkamers weergaf zich in Italië bevonden en nooit in bezit waren van Van der Geest. Dit geldt onder andere voor Titiaans Venus blinddoekt Cupido uit de Galleria Borghese (afb. 8).7 Van Haecht beeldde het tafereel op relatief groot formaat af op de achterwand van het schilderij in het Mauritshuis (afb. 9).8 Bestudering van Titiaans doek en de kopie op de kunstkamer laat zien dat Van Haecht het voorbeeld tot in de kleinste details, zoals juwelen en haarstrengen, heeft nagevolgd. Afgezien van tintverschillen komen ook de kleuren overeen. Dat Van Haecht de compositie heeft vergroot, met name aan de boven- en rechterzijde, past binnen zijn – al eerder gesignaleerde – werkwijze.9 Een zo exacte weergave kan niet anders zijn gerealiseerd dan met behulp van het oorspronkelijke schilderij of een zeer goed gelijkende kopie, wel of niet van de hand van Van Haecht zelf en wel of niet in bezit van Van der Geest.10

Het verschil in accuratesse tussen de werken gebaseerd op een fresco en andere voorstellingen waarvan het origineel zich in Italië bevond, roept de vraag op naar de aard van de kopieën die Van Haecht in het Zuiden vervaardigde. Hoewel niet kan worden uitgesloten dat Van der Geest een kopie naar Venus blinddoekt Cupido bezat, bestaat tevens de mogelijkheid dat Van Haecht het voorbeeld zelf in Italië reproduceerde. Daarbij moet zijn benadering dan wel heel anders zijn geweest dan bij het overnemen van de fresco’s. Overtuigend bewijs ontbreekt weliswaar, maar het is niet ondenkbaar dat Van Haecht met eenzelfde precisie als op zijn kunstkamers, zeer getrouwe zelfstandige kopieën vervaardigde die hem (mede) ten dienste stonden bij het maken van de kunstkamers.11 Wellicht bevonden zich onder de 130 ‘stucken schilderyen’ die Van Haechts testament vermeldt ook kopieën door de schilder zelf.12 Daarbij is het aanlokkelijk om een verband te zien met de charmante kopietjes die David Teniers (II) schilderde ter voorbereiding van het ambitieuze Theatrum Pictorium, een boekwerk over de collectie van aartshertog Leopold Wilhelm uit 1660.13 Een bijzonder aspect van enkele van deze werkjes werd ontdekt met IRR, en wel dat onderaan, nu door de verflagen afgedekt, de afmetingen van het origineel staan vermeld (afb. 10, 11).14 Dit maakt nog eens duidelijk dat bij het kopiëren – en dat geldt ook voor een kunstkamer – de afmetingen van het model een belangrijk aspect vormden. Heel dwingend was dit echter niet voor Teniers,15 zoals ook voor Van Haecht al aan de orde kwam. Dat onderzoek met IRR voor de kunstkamers van Van Haecht eveneens tot unieke vondsten heeft geleid, komt in de volgende hoofdstukken aan bod.

#

afb. 8
Titiaan,
Venus blinddoekt Cupido,
Rome, Galleria Borghese

#

afb. 9
Kunstkamer Mauritshuis,
detail Venus blinddoekt Cupido

#

afb. 10
David Teniers (II) (naar Palma Giovane),
Boetvaardige Maria Magdalena in de wildernis,
Londen, The Courtauld Gallery

#

afb. 11
David Teniers (II) (naar Palma Giovane),
Boetvaardige Maria Magdalena in de wildernis,
Londen, The Courtauld Gallery, IRR-detail


Notes

1 Van Suchtelen 2009-2010a, p. 38. Van Beneden 2009-2010, p. 64 en noot 34 veronderstelt dat Van Haecht werken uit de collectie van Van der Geest ook als zelfstandige schilderijen kopieerde, maar het is niet bekend of dergelijke kopieën op hun beurt weer een rol speelden bij het vervaardigen van de kunstkamers.

2 Zie 1.2.

3 Van Suchtelen 2009-2010a, p. 38, zie ook hierboven 1.1.

4 Briels 1980, p. 203. Peeter Stevens noemt in zijn aantekeningen bij Van Mander mogelijk nog enkele andere stukken uit de collectie van Van der Geest, zoals Quinten Massijs’ Maria met kind (kunstkamer Rubenshuis) en De geldwisselaar en zijn vrouw (kunstkamer Mauritshuis). Beide schilderijen kwamen later in bezit van Peeter Stevens zelf en staan vermeld in de catalogus van de veiling van Stevens’ collectie in 1668, Briels 1980, p. 216, 223; Van Beneden 2009-2010, p. 77, p. 92 noot 89. Stevens verwijst ook naar Het Laatste Oordeel van Hans Rottenhammer (kunstkamer Rubenshuis), Briels 1980, p. 219. Waarschijnlijk zijn nog meer werken uit de collectie van Van der Geest in handen gekomen van Peeter Stevens: ‘Vn Marché avec plusieurs personnages’ van Joachim Beuckelaer, zou bijvoorbeeld identiek kunnen zijn aan de Marktscène in een havenstad (kunstkamers Mauritshuis en Bute Collection). Bij het werk van Jan van Wechelen dat in de catalogus van Stevens’ collectie uit 1668 staat vermeld als ‘De Jean van Wechelen. num. 31. La Conversation des Egyptiens sur un Rocher’, zou het om Landschap met nomadenfamilies door Cornelis van Dalem en Jan van Wechelen kunnen gaan (kunstkamer Rubenshuis).

5 Antwerpen/Den Haag 2009-2010, p. 130-131, nr. 40, nr. 42

6 Zie Russische website https://pro100-mica.livejournal.com/267117.html.

7 Winkler 1916, p. 38. Dossi 2010-2012, p. 546. https://www.collezionegalleriaborghese.it/en/opere/venus-blindfolding-cupid: ‘In all likelihood, this painting entered the Borghese Collection in 1608, when it was given to Scipione Borghese by Cardinal Paolo Emilio Sfondrati’.

8 De voorstelling is eveneens afgebeeld op de kunstkamers in de Bute Collection en de particuliere collectie.

9 Zie hierboven 1.2.

10 Dat er kopieën van Titiaans voorstelling in omloop waren is zeker, zie https://www.collezionegalleriaborghese.it/en/opere/venus-blindfolding-cupid: ‘Among the high-quality copies of this painting, we must note the canvas conserved in Madrid (Museo del Prado, inv. P003865)’.

11 Schwartz’ ontdekking van een gespiegelde kopie van Rubens’ Amazoneslag waarvan hij aanvankelijk aannam dat die door Van Haecht was vervaardigd en gesigneerd, zou het vermoeden kunnen bevestigen dat Van Haecht inderdaad zelfstandige kopieën vervaardigde, maar later werd deze toeschrijving betwijfeld, Schwartz 2010; Van Beneden 2009-2010, noot 34.

12 Duverger 1984-2004, dl IV, p. 946; zie ook Van Beneden 2009-2010, p. 64.

13 Londen 2006-2007; Van Suchtelen/Pottasch 2009; Van Suchtelen 2009-2010a, p. 42. Voor het schilderij zie ook https://www.wikidata.org/wiki/Q28042806.

14 Londen 2006-2007, p. 84-85, 112-113, 116-117; Van Suchtelen/Pottasch 2009, p. 26-27.

15 Zie Londen 2006-2007, p. 116, daar wordt vermeld dat de maten 2½ palmen bij 2 palmen op de Boetvaardige Maria Magdalena in de wildernis die zich onder de verflagen bevinden uiteindelijk veranderden in 3 x 2 palmen op de prent.